Homeopathie
Homeopathie gaat uit van het zelfherstellend vermogen van de mens. Ziekte betekent dat dit zelfherstellend vermogen tekortschiet. Homeopathie, een geneeswijze die al zo'n 2000 jaar oud is, is een uitstekende ondersteuning bij het herstel van dit vermogen.
Hippocrates was al van mening, dat je niet de ziekte, maar de zieke moest behandelen. Hij hield zich al bezig met het "Similia-principe", wat wil zeggen, dat de zieke kan worden behandeld met een middel dat bij een gezond mens dezelfde verschijnselen oproept als die welke de ziekte te zien geeft (Homolos = gelijkend op, Pathos = lijden, samen Homeopathie). Dr. Samuel Hahnemann (1735-1843) ontwikkelde de homeopathie verder. Hij deed proeven om middelen in kaart te brengen en omschreef deze zeer nauwkeurig. Had iemand een kwaal die overeenkwam met een "geneesmiddelenbeeld", dan was dat tevens het juiste middel voor deze zieke. Homeopathie is een geneeskundig systeem waarbij de gehele mens centraal staat, dus zowel lichamelijke, als emotioneel en/of geestelijke kenmerken. Dit is met name belangrijk, omdat mensen heel verschillend kunnen reageren op schijnbaar dezelfde ziekte (de een heeft bv. forse koorts bij een infectie, de ander juist weer niet). Vandaar dat gewerkt wordt met geneesmiddelen die bij de mens passen en niet louter bij de ziekte.
Homeopathische geneesmiddelen worden gemaakt van plantaardige-, minerale-, dierlijke- of chemische grondstoffen. Omdat het steeds gaat om verdunningen is er geen sprake van bijwerkingen. Er wordt gewerkt met enkelvoudige middelen (één grondstof) en complexmiddelen (meerdere grondstoffen). De medicijnen worden aangeboden als korrels, tabletten, druppels of zalven. Kortom een veilige en milde manier om een kwaal bij de oorsprong aan te pakken.