Acupunctuur
Eigenlijk behoeft acupunctuur nauwelijks uitleg. Het is de meest geaccepteerde additieve geneeswijze (ook door de WHO geaccepteerd!) en eenieder heeft er wel van gehoord. Acupunctuur is ruim 4000 jaar geleden in China en India ontstaan en inmiddels maakt ruim eenderde van de wereldbevolking hiervan gebruik.
De acupunctuur gaat ervan uit, dat er een aantal banen of meridianen over het lichaam lopen, vlak onder de huid. Dit zijn de transportwegen van de energie die we nodig hebben om te bestaan. Elke meridiaan is verbonden met een orgaan of een deel van het lichaam. Kan de energie (Chi) vrij en ongehinderd stromen, dan is de mens gezond. Zijn er blokkades in deze energiestroom, dan ontstaan er klachten. Op deze meridianen zitten zeer veel acupunctuurpunten. Door deze punten te bewerken, kan men de energiestroom herstellen en dus klachten behandelen. Het bewerken van de punten gebeurt door het prikken met naalden, maar ook met magneetjes, massage, warmte, elektriciteit of laser. Naar acupunctuur is veel onderzoek gedaan en het bestaan van de meridianen en punten is dan ook voldoende aangetoond.
Ook de effecten van de behandeling zijn met succes gemeten. Mede door dit wetenschappelijk onderzoek zijn ook de moderne vormen van acupunctuur ontstaan, zoals elektro-acupunctuur. Door metingen kan de fysieke situatie in kaart worden gebracht en het effect van medicamenten bepaald. Uiteraard gaat ook acupunctuur uit van de mens in zijn totaliteit, zoals aanleg, karakter, leefstijl, voeding en omgevingsfactoren.